Argentinië grenst in het oosten aan Brazilië, Bolivia, Paraguay en Uruguay en in het westen aan het lange, smalleChili. Het Andesgebergte dat Chili scheidt van Argentinië heeft belangrijke invloed op de wijnbouw. Het smeltwater van dit gebergte fungeert in de zomermaanden als een natuurlijke irrigatie van de wijngaarden en door de hoogte bestaat er een groot temperatuurverschil tussen dag en nacht. Deze temperatuurverschillen zorgen voor een langzamere rijping van de druif, waardoor deze meer tijd heeft om aroma’s te ontwikkelen.
Het belangrijkste wijnbouwgebied van Argentinië isMendoza. Mendoza is goed voor bijna twee derde van de totale wijnproductie van Argentinië. Mendoza kent een woestijnklimaat met een luttele 200 mm neerslag en maar liefst 320 zondagen per jaar. Mendoza kent drie sub-regio’s die zich vooral onderscheiden door de hoogte waarop deze gelegen zijn.Maipuis de warmste sub-regio gelegen op een hoogte van 700 meter. De wijngaarden vanLujan de CuyoenUco Valleyzijn gelegen op hoogtes van maar liefst 850 tot 1520 meter boven zeeniveau wat zorgt voor meer frisheid en finesse in de wijn. Andere noemenswaardige Argentijnse wijnregio’s zijnSalta, Tucumán, Catamarca, La Rioja, San Juan en Patagonië.
De meest bekende druif uit Argentinië is deMalbec. Wijnen gemaakt van deze druif zijn vaak krachtig met vlezige tannine en een relatief hoog alcoholpercentage. Naast de Malbec staan er in Argentinië ook veel internationale druiven aangeplant zoalsCabernet Sauvignon,MerlotenSyrah. De druiven die worden gebruikt voor het maken van witte wijnen zijn voornamelijkTorrontés,Sauvignon Blanc,SémillonenChardonnay.
De rode wijnen uit Argentinië zijn goed te combineren met gegrild Argentijnse rundvlees en andere barbecue gerechten. De witte wijnen van de Torrontés druif combineren culinair mooi met antipasti, rauwe visschotels en fruitsalades.